Korte toelichting uitspraak over rectificatie en publicatie (openbaarmaking) in de zin van art. 6:167 BW

Wanneer iemand in een publicatie een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven (of de publicatie misleidend is omdat deze onvolledig is), kan de rechter om een rectificatie gevraagd worden. Op grond van art. 6:167 BW is daarvoor wel vereist dat:
a- Er sprake is van een publicatie (en dus een openbaarmaking),
b- Het gaat om een onjuiste of misleidende publicatie,
c- Degene die gepubliceerd heeft aansprakelijk is (of gerechtvaardigd in de veronderstelling verkeerde dat de informatie juist was).
In deze zaak gaat het op alle drie de punten mis. Volgens de rechter is er geen sprake van een publicatie (want geen openbaarmaking), zijn de gegevens niet onjuist of misleidend en is er dus ook geen aansprakelijkheid van de gedaagde partij.

Waar ging het om? Eiseressen waren het niet eens met meldingen die bij Veilig Thuis waren gedaan (over onder meer beschimmeld of bedorven voedsel in de woning). Op basis van die meldingen had Veilig Thuis de meldingen in hun systemen geregistreerd. De rechter oordeelt allereerst dat er geen sprake is van een publicatie in de zin van art. 6:167 BW. Alhoewel het begrip publicatie ruim moet worden opgevat, zijn er wel een aantal minimumeisen te stellen. Een publicatie veronderstelt namelijk dat zij door publiek waargenomen kan worden, waarbij het gaat om een bredere kring van willekeurige derden.

In dit geval stonden de meldingen in de systemen van Veilig Thuis en daardoor kunnen zij (zonder nadere onderbouwing van het tegendeel) niet door willekeurige anderen gezien worden. Het gaat dan in principe enkel om werknemers van Veilig Thuis.

Ook is niet aannemelijk geworden dat de inhoud onjuist of misleidend was. Voor de drie punten die in de melding zijn aangegeven was namelijk feitelijke onderbouwing voorhanden. Er kan dan ook geen grond zijn voor rectificatie.

Voor een vordering tot rectificatie op grond van art. 6:167 BW is het dus belangrijk dat in de vordering aandacht wordt geschonken aan de vereisten. Sta je in andere gevallen dan met lege handen? Nee, niet per se. Iemand kan nog steeds een onrechtmatige daad plegen als er geen sprake is van een publicatie. Mogelijk zijn er in dergelijke gevallen andere middelen om te handelen.

Maar enkel het gegeven dat je een bepaalde melding niet fijn vindt zal bijna nooit een grond voor rechterlijk ingrijpen zijn.

Gegevens uitspraak geen rectificatie, want geen publicatie

Referentie: ECLI:NL:RBROT:2024:5988
Rechtbank: Rechtbank Rotterdam (kort geding)
Zaaknummer:C/10/678815 / KG ZA 24-412
Datum: 24-06-2024
Onderwerp: kort geding, rectificatie, publicatie, civiel recht, onrechtmatige daad, openbaarmaking
Relevante wetgeving: art. 6:162 BW, art. 6:167 BW
Rechtsoverwegingen: 2.3, 2.4

Lees de uitspraak op rechtspraak.nl

Rechtsoverwegingen

Er is geen sprake van een publicatie in de zin van artikel 6:167 lid 1 BW

2.3.Het antwoord op de vraag of [eiseressen] een (spoedeisend) belang bij hun vorderingen hebben, kan in het midden blijven. De melding van [gedaagde] aan Veilig Thuis kwalificeert namelijk niet als een publicatie in de zin van artikel 6:167 lid 1 BW en alleen al daarom moeten de vorderingen van [eiseressen] worden afgewezen. Hoewel het begrip ‘publicatie’ in de zin van artikel 6:167 lid BW ruim moet worden opgevat en het dus op iedere openbaarmaking van toepassing kan zijn, is namelijk wel vereist dat het publiek kennis kon nemen van de publicatie en daar is in dit geval geen sprake van. Onder “publiek” wordt namelijk een bredere kring van betrekkelijk willekeurige derden verstaan. [gedaagde] heeft haar zorgen gemeld bij (één medewerkster van) Veilig Thuis, de instantie waar zo’n melding ook gedaan hoort te worden. Het publiek kan geen kennisnemen van die melding; (andere) medewerkers van Veilig Thuis kwalificeren niet als “het publiek”. [eiseressen] hebben niet gesteld (en laat staan onderbouwd) dat [gedaagde] haar zorgen ook heeft gemeld op een manier waar het publiek wel kennis van kon nemen. Zoals [eiseressen] tijdens de mondelinge behandeling zelf ook terecht hebben gezegd, staat het [gedaagde] vrij om binnen de familie haar zorgen te uiten en levert dat dus ook geen publicatie in de zin van artikel 6:167 lid 1 BW op. Ook de eigen familiekring kwalificeert namelijk niet als “publiek”.

Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat de melding onjuist of onvolledig was

2.4.Zelfs als overigens sprake was geweest van een publicatie in de zin van artikel 6:167 lid 1 BW, dan nog was in deze zaak onvoldoende aannemelijk geworden dat de melding van [gedaagde] aan Veilig Thuis onjuist of onvolledig was. [gedaagde] heeft bij Veilig Thuis – in grote lijnen – gemeld dat (1) zij meerdere malen beschimmeld of bedorven voedsel heeft gevonden, (2) degene die de fentanylpleisters van [naam] vervangt niet volgens protocol werkt en ook niet bekwaam en bevoegd is om die pleisters te vervangen en (3) er misbruik wordt gemaakt van het inkomen van [naam]. Voor deze drie punten heeft [gedaagde] ook enige feitelijke onderbouwing in het geding gebracht. Maar nog belangrijker is dat [eiseressen] op geen enkele wijze aannemelijk hebben gemaakt dat deze drie punten onjuist en/of onvolledig zijn en daarom bestaat er geen aanleiding om [gedaagde] te veroordelen om de melding bij Veilig Thuis te rectificeren.